Daniëls vreemdelingschap (Daniël 1:8a)
Daniël nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijs des konings.
(Daniël 1:8a)
Wij hebben boven de preek geschreven: “Daniëls vreemdelingschap.”
De punten zijn:
- De beproevingen waar hij voor komt