‘En hij is weggegaan, zonder te weten waar hij komen zou’.
De zomervakantie zit er weer op. De scholen in Molenaarsgraaf, Ottoland en omliggende plaatsen zijn weer begonnen. Weer even wennen! We denken terug aan de tijd dat we weg waren. Velen namen de kans waar en gingen op pad om te genieten van vrijheid, van het mooie weer, om een andere omgeving te ontdekken of om ‘wat cultureels’ te doen, zoals het bezoeken van een oude stad, een kerk of een kasteel.
De meesten bereiden zich van tevoren goed en grondig voor. Een huisje is gehuurd,
een camping is besproken, de route uitgestippeld. We willen immers liever niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Er zijn er echter ook, die dat niet zo grondig doen en die op de bonnefooi op weg gaan. We hebben wel globaal een reisdoel in gedachten, maar op welke camping we komen te staan of in welk hotel we zullen overnachten, dat laten we nog even open. Dat mag een verrassing zijn. Op de bonnefooi reizen, dat maakt je flexibeler, je stelt je open voor het onbekende. Je geeft je eraan over. Ik zie wel wat mijn pad kruist. Je durft op pad te gaan met onzekerheden. Dit in tegenstelling tot anderen, die liever voor de zekerheid kiezen van de gemaakte afspraken.
Nu gaat het er in deze overweging natuurlijk niet om te bepalen wat de mooiste manier
van reizen is. Het gaat mij vooral om de uitdrukking ‘op de bonnefooi’. Dat is een prachtige uitdrukking. De klank is Frans en het betekent zoiets als: ‘op goed geluk’, of beter nog: ‘op goed geloof’. Op reis gaan op goed geloof, op reis gaan met een groot geloof, de man uit de Bijbel die dat doet, is Abraham. Hij ging weg uit Ur der Chaldeeën, terwijl hij niet wist, waar de reis heen zou gaan. Waar zou hij terechtkomen?
Waarom deze Abraham ging reizen? In ieder geval niet omdat hij toe was aan vakantie of aan afwisseling van omgeving. Hij werd geroepen om te gaan. Door wie? Door God, begreep hij. Vraag niet hoe dat precies in zijn werk is gegaan en hoe Abraham begreep dat hij met God te maken had. Hoe dat ook gegaan is, feit is dat Abraham zich onrustig liet maken en
in beweging liet brengen door de stem die tot hem kwam. Het woord van God maakte hem onrustig. Het woord van God, dat nog steeds door de wereld gaat en de mensen voortdrijft, aldus een lied. Abraham waagde het met de stem en het woord van God, Die tot hem sprak en Die hem wegriep uit zijn vertrouwde wereldje. Tegen alle angst voor het onbekende in, ging Abraham op de bonnefooi op reis.
Gods stem roept ons allemaal. We kunnen niet blijven waar we zijn, we kunnen niet blijven wie we van nature zijn. We worden geroepen om ons oude zondeleven achter te laten. We worden geroepen om niet vast te houden aan zekerheden, die in wezen geen zekerheden zijn. God roept ons erbij weg. Hij opent een ander perspectief. Abrahams leven wordt een leven vol hoop en verwachting doordat hij koerst op Gods belofte. Die belofte heeft kracht genoeg om hem in beweging te houden en te laten reizen op de bonnefooi.
Reizen wij ook op de bonnefooi? Ik bedoel: oriënteren we ons op Gods roepstem en op Zijn belofte? In de Bijbel komt die stem tot ons en in de verkondiging. In Christus krijgt die stem en die belofte een gezicht. Hij roept: Volg Mij! Bekeer je en geloof het goede evangelienieuws! In Hem zijn al Gods beloften ja en amen, vast en zeker. Goed geloof is een hartelijk vertrouwen op Hem, dat de Heilige Geest werkt in onze harten. Wie Gods stem gehoor geeft en Christus in geloof volgt, gaat voor zijn gevoel dikwijls als ontheemde over de aarde. Onderweg duiken de hindernissen op, de ontberingen. Aanvechting en strijd is je deel. Zal het ervan komen? Wat is het geloof van Abraham beproefd! Reizen op de bonnefooi is zo bekeken niet de gemakkelijkste vorm van reizen. Maar het land van de belofte wenkt. Vergeet niet, wie op de bonnefooi reist, arriveert eenmaal in de stad die fundamenten heeft. Is reizen op de bonnefooi uiteindelijk niet de manier van reizen met de grootste zekerheid om behouden aan te komen op de plaats van bestemming? In deze hoop en verwachting mogen we als gemeente van Brandwijk op reis gaan, het nieuwe winterseizoen weer ingaan.
De kerkenraad