In een landelijk tijdschrift stond een artikel over ‘kerkgang’. In de week daarop reageerde een lezer. Hij klaagt dat het voor hem geen zin meer heeft om naar de kerk te gaan. Hij schrijft: “Ik ga al meer dan 30 jaar naar de kerk en gedurende die 30 jaar heb ik ongeveer 3000 preken gehoord. Niet één daarvan heb ik onthouden. Het is zonde van mijn tijd en van de tijd van de predikanten die elke week weer hun preken voorbereiden voor de zondag.” Een paar weken daarna schrijft iemand een reactie: “Ik ben al meer dan 30 jaar getrouwd. Gedurende mijn getrouwde leven heeft mijn vrouw meer dan 30.000 maaltijden bereid. En net zoals jij, kan ik niet één van de recepten onthouden. Maar wat ik wel weet, is dat al die maaltijden mij gevoed en versterkt hebben. Als ik die maaltijden van mijn vrouw niet gehad zou hebben, was ik er niet meer geweest. Hetzelfde geldt ook voor de kerk. Als ik al die tijd niet naar de kerk gegaan was om geestelijk gevoed te worden, zou ik vandaag geestelijk dood geweest zijn. Met dat geestelijke voedsel is God in ons bezig. Dank God daarom voor je eten, maar ook voor het geestelijke voedsel dat Hij week aan week, zondag aan zondag, aan jou en aan u uitdeelt”. Van harte Gods zegen toegewenst, van huis tot huis,
De kerkenraad