Belijdenis. Een professor in Bonn moest een landbouwer opereren. De man had kanker aan zijn tong. De operatiekamer was in gereedheid gebracht en een aantal medische studenten zou de operatie bijwonen. De professor was een knap chirurg. Hij was ook een eerlijk mens. Daarom vond hij het nodig om zijn patiënt op iets heel ergs voor te bereiden. ‘We zullen ons best doen’, zei hij tegen de man, ‘maar ik moet u toch zeggen dat, ook als de ingreep slaagt, u nooit meer zult kunnen spreken. Als u dus nog iets hebt waarvan u het erg noodzakelijk vindt om het te zeggen, zeg het dan nu. Het zullen de laatste woorden zijn die u in uw leven kunt spreken. Na de operatie zult u stom zijn.’
Het was een indrukwekkend ogenblik. De spanning was tastbaar in de operatiekamer. De boer overzag in een flits zijn leven. Hij boog het hoofd en zei: ‘Geloofd zij mijn Heer en Heiland Jezus Christus!’ De studenten waren ontroerd. Bij de chirurg sprongen de tranen in de ogen. De operatie lukte. Maar de man was stom. Zijn laatste woorden waren een belijdenis geweest. Met vrijmoedigheid gesproken! Van harte Gods zegen toegewenst, van huis tot huis,
De kerkenraad