Onlangs hoorde ik een verhaal van de vorig jaar overleden Amerikaanse predikant Tim Keller. Het staat in zijn boek ‘De vrijgevige God’ en het is een niet waar gebeurd verhaal. Er zit wel een ernstige les in. Het speelt in de tijd dat de Heere Jezus op aarde rondwandelde. Op een goede morgen vraagt de Heere Jezus aan zijn discipelen: Willen jullie wat voor Mij doen? Natuurlijk willen ze dat. Willen jullie dan een steen pakken en die meenemen. Filippus pakt een steen. Eén die hij net met één hand kan dragen. Jakobus pakt een grotere. Hij heeft beide handen nodig. Petrus is slimmer. Hij pakt een kleintje en stopt hem in zijn broekzak. Deze is groot genoeg, het is een steen en we moeten nog de hele morgen lopen. Tegen het middaguur zet de Heere zijn discipelen in een kring en maakt van de stenen brood. Filippus heeft precies genoeg, Jakobus kan zijn brood nauwelijks op en Petrus… Die is met twee keer slikken klaar. Als de maaltijd afgelopen is, vraagt de Heere Jezus aan zijn vrienden: Willen jullie wat voor mij doen? Jazeker, dat willen ze wel. Neem een steen en volg Mij. Dat overkomt mij geen tweede keer, denkt Petrus. Hij zoekt de grootste steen die hij kan vinden. Dit rotsblok tilt hij op zijn schouder en sjokt achter de anderen aan. Hij zweet en puft en met moeite kan hij de anderen bijhouden. Aan het einde van de middag stopt de Heere Jezus en zegt tegen zijn discipelen: Gooi de steen maar in de rivier. Petrus kijkt wat verongelijkt. Hij wordt woest. Heeft hij zich daar nu de hele middag voor uitgesloofd en afgebeuld. De Heere Jezus wijst zijn discipelen een plekje in het gras en gaat een visje voor ze bakken. Als Hij de kring rondkijkt, ziet hij het boze gezicht van Petrus. Liefdevol wendt de Heere Jezus zich tot Petrus en vraagt: Petrus, voor wie heb je die steen gedragen? Voor Mij of voor jezelf? Hoe zit dat bij ons? Het werk dat wij in Gods Koninkrijk en in Zijn gemeente mogen doen, doen we dat uit liefde voor Hem, of voor onszelf? Van harte Gods zegen toegewenst, van huis tot huis,
De kerkenraad