Psalm 23 was het thema op biddag. Er was eens een vader die het belangrijk vond dat zijn kinderen belangrijke Bijbelteksten konden opzeggen. Op een dag loofde hij een dubbeltje uit voor het uit het hoofd leren van Psalm 23: ‘De Heer is mijn Herder.’ Het middelste kind, Jan, was 7 jaar toen hij als eerste een dubbeltje verdiende. Hij kon de psalm helemaal opzeggen. ‘Ik vrees geen kwaad, want U bent met mij; ik zal in het huis van de Heere verblijven tot in lengte van dagen.’ Jaren later stond in de lift van een verzorgingstehuis een oude man. Er stapte een bonk van een kerel in de lift. De oude man stelde zich voor: “Goedendag, wij kennen elkaar nog niet, ik ben meneer Blaauw.” De man reageerde verrast: ‘Die naam komt niet zo vaak voor,’ zei hij. ‘Ik heb een jongen gekend met dezelfde achternaam, Jan was zijn naam. Ik ontmoette hem in de oorlog in de gevangenis in Vught. We waren beiden opgepakt. Op een dag vertelde hij dat hij de volgende ochtend vroeg geëxecuteerd zou worden. Hij sprak daar heel rustig over. “Hoe houd je dit uit,” vroeg ik hem, “hoe red je dit?” Jan zei: “Ooit droeg mijn vader ons als kinderen op Psalm 23 uit ons hoofd te leren. We kregen er een dubbeltje voor. Toen kende ik het uit mijn hoofd. Nu ken ik het ‘by heart’, zoals de Engelsen zeggen. Ik ben het nooit meer vergeten Nu weet ik waar ik het zoeken moet. Ik zeg het de hele dag zachtjes voor mezelf op. Ik ben erg bang. Soms heb ik het niet meer. Maar als je me vraagt: hoe houd je het uit, dan is dit mijn antwoord. Zo houd ik het uit, met deze psalm in mijn hart. Het is mijn enige houvast.” De oude meneer Blaauw knikte stil, een traan in de ogen. ‘Dat is veertig jaar geleden. Dat was mijn zoon”. Van harte Gods zegen toegewenst, van huis tot huis,
De kerkenraad