Prekenboekje “Kinderen van één Vader”
Ter gelegenheid van het emeritaat van ds. J.A.H. Jongkind, en dus het afscheid van onze dominee, en het 40-jarig ambtsjubileum heeft het de kerkenraad goed gedacht om een prekenboekje uit te geven met preken van ds. Jongkind. Het prekenboekje is een cadeau in de eerste plaats voor ds. Jongkind maar ook aan alle gemeenteleden van onze Hervormde gemeente Brandwijk.
Het prekenboekje heeft als titel “Kinderen van één Vader” en bevat preken van de hand van ds. Jongkind over de zegeningen die Jacob voor zijn sterven meegeeft aan zijn zonen (Genesis 49). Jacob kent zijn zonen als geen ander omdat hij trekken van zichzelf herkent in hen. De preken lezend herkennen wij onszelf weer in hen en boven hen zien we de grote Vaders die met ontferming neerziet op zijn onvolmaakte kinderen. De preken werden in 2018 en 2019 gehouden voor de hervormde gemeente van Brandwijk.
Het boekje is helaas niet meer verkrijgbaar maar voor informatie kunt u nog wel een mail sturen naar prekenboekje@hervormdbrandwijk.nl
Hieronder een ontvangen recensie van een van de lezers:
Toen de bundel van ds. Jongkind “Kinderen van één Vader”, preken over de zonen van Jacob, bij me binnenkwam, las ik die preken meteen door. Dat moet je met preken natuurlijk nooit doen, maar in dit geval kon ik het niet laten. Deze voorganger staat daar recht overeind en geeft de éne zegen van Jacob door op twaalf heel verschillende wijzen – en het is toch één handeling, één zegen! Dat kan je dus echt in één adem lezen.
Wat een sterke geste om zo afscheid te nemen van je gemeente. Deze predikant heeft zijn gemeente door de jaren heen begeleid als een huisarts, die getuige werd van het komen en gaan van de mensen met hun gebreken, en als Miss Marple, die in haar kleine woonplaats alle ondeugden van de mensheid leerde kennen. En daarom begrijpt hij die taal van Jacob, hij kijkt met hem mee naar al die verschillende individuen en heeft ze dóór. Hij zegt dat zonder omwegen recht in hun gezicht en toch houdt hij van ze – anders zou hij ze niet zo kunnen zegenen bij zijn afscheid.
Zijn wijze van omgaan met de tekst is de eenvoud zelve. Hij gaat voor de gemeente staan, leest enkele zinnen uit de bijbel, stopt dan even, kijkt de mensen aan en laat ze voelen dat zij het zijn die in dit verhaal zitten. Zonder omwegen en diepzinnigheden blijft hij bij de dynamische taal van Genesis, waarin woorden even oplichten en weer in het duister verdwijnen. Hij laat merken hoe nabij, kritisch en moedgevend die taal is. Deze ambtsdrager kent het ambacht en hij kent tegelijk de mensen om wie het gaat. Gelukkig geen retoriek, geen homiletische slimmigheidjes, geen bezwerende gebaren. Hij spreekt je heel gewoon aan.
Het zijn zeker geen helden, deze twaalf stamvaders, integendeel, ze stammen uit een dwaas, grof, agressief en slim geslacht. Door de ogen van Jacob zie je hoe zij – nee, zegt de predikant: hoe wij! – leven, wars van Gods genade en toch niet zonder die genade. De voorganger brengt het rustig over, als één van hen die niet buiten of boven hen staat. Hij voegt zich bij de stam Levi en noteert: ‘Een ambtsdrager is eenzaam’ maar hij zegt het zonder de koketterie van de priester of de filosoof die zijn voorname afzondering koestert. Hij zegt het zo, dat hij de eenzaamheid deelt met anderen en op die manier is hij hen nabij. Daarmee demonstreert hij dat wij, zijn hoorders, die leven als ‘zwervers’, zoals hij A. Roland Holst citeert, toch elkaars broers en zussen zijn en van elkaar kunnen houden.
De kennis die in deze preken wordt overgeleverd is godgeleerdheid in de zin van Paulus, zoals ik dat meen te lezen in zijn brief aan de Thessalonicenzen: ‘u bent godgeleerd om elkaar lief te hebben’ (4:9). Communicatieve theologie, dat is de stof waar deze preken van zijn gemaakt.