‘De eeuwige God zij u een woning…’ (Deut. 33: 27). De woningnood is hoog in Nederland. Er is bijna niets te huur en als je wilt kopen, moet je overbieden. Vooral jonge stellen moeten vaak heel lang wachten voor ze iets gevonden hebben. Een goede woning is veel waard. In het eigen huis is geborgenheid. Dat geldt voor nu en ook voor toen. Geloof maar dat de Israëlieten ernaar uitgezien hebben. Na het jarenlang zwerven door de woestijn, verlangden ze hevig naar een vaste verblijfplaats en een stevig dak boven het hoofd. Nog even, dan zullen de poorten van Kanaän voor hen opengaan en zal iedere stam, iedere familie zijn eigen stuk grond krijgen. Alleen, zijn ze er dan? Een eigen huis, een goed inkomen is dat voldoende? Nee, zegt Mozes. En daarom zegent hij hen, voordat ze de grens overtrekken. ‘De eeuwige God zij u een woning’. Mozes bidt hen toe dat ze niet alleen een huis van steen of hout zullen hebben, maar dat ze bovenal zullen schuilen bij de almachtige God. Dan pas zijn ze werkelijk veilig. Wij zijn ook net een grens overgestoken. Het nieuwe jaar 2022 ligt voor ons. Wat zal het ons brengen. Hoe zal het gaan? In ons persoonlijk leven, in de wereld rondom ons, met de coronapandemie? Wellicht hebben we ook onze eigen plannen en wensen voor dit nieuwe jaar. Maar laten we één ding niet vergeten: wie deze God niet tot zijn woning heeft, mist het belangrijkste. Wie leeft zonder God, staat onbeschermd tegen de stormen van dit leven. Mogen ook wij bij Hem schuilen? Jazeker, als we maar nooit vergeten waarom dat mogelijk is. Omdat er Eén is geweest Die Gods woning verlaten heeft. Christus Jezus. Had Hij een schuilplaats? Nee, Hij was een dakloze, een zwerver op de aarde. Hij had geen plaats om geboren te worden, geen plek om te sterven. Om zo voor ons een plaats te bereiden in het Vaderhuis met de vele woningen. Ziende op Hem kunnen we met vertrouwen het nieuwe jaar in. Van harte Gods zegen toegewenst, van huis tot huis,
De kerkenraad